e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofd (spotnamen) half vat: halfvaat (Montfort), hoofdje: hötje (Montfort), knikker: knikker (Montfort), koppes: koppes (Montfort), krotenkop: kroeatekop (Montfort), spakan: spakan (Montfort) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoofaltjaor (Montfort), hoofdaltaor (Montfort) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdbord kraan: krān (Montfort), schurskarrenkop: šørskɛrǝkǫp (Montfort) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek halsdoek: halsdook (Montfort) hoofddoek [SGV (1914)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: huitkees (Montfort), hoofdvlees: høͅi̯.t˃vl‧eͅi̯s (Montfort) hoofdkaas || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkussen hoofdkussen: høi̯tkøsə (Montfort) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdluis luis: loe.s (Montfort), Veldeke  loës (Montfort), luus (Montfort) luis || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
hoofdpijn koppijn: koppien (Montfort) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdstel hoofdsel: hø̜tsǝl (Montfort) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10
hoofdwortel pen: WLD  pèn (Montfort), penwortel: WLD  pènwortel (Montfort), piel: piel (Montfort) De hoofdwortel van een boom die in het verlengde van de stam ligt en die sterk in de diepte groeit (pen, pin, penwortel). [N 82 (1981)] III-4-3