24548 |
reseda |
reseda:
eigen spelling
rézedaa (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
theebloem:
WLD
thee bloom (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
[N 92 (1982)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
20559 |
rest in het glas |
klats:
klats (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort),
klatsj (L382p Montfort),
klatsje:
kletskə (L382p Montfort)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24294 |
restant insecten |
wijfje:
wiefke (L382p Montfort)
|
meikever, wijfje [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24302 |
restant vissen |
fuik:
foek (L382p Montfort),
net:
net (L382p Montfort),
nìt (L382p Montfort),
snoek:
schnook (L382p Montfort),
snoek (mv.):
schnùk (L382p Montfort)
|
fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
bruintje:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
bruuntje (L382p Montfort),
duikelaar:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
duikelair (L382p Montfort),
krak:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
krak (L382p Montfort),
kroonkop:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
kroankop (L382p Montfort),
mannetje:
maenkə (L382p Montfort),
musmannetje:
musmenke (L382p Montfort),
muswijf:
muswief (L382p Montfort),
vliegen:
vlijge (L382p Montfort),
vrouwtje:
vruikə (L382p Montfort)
|
brilduiker [N 83 (1981)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)] || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
das:
das (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
dasse (L382p Montfort),
pens:
pe:ns (L382p Montfort),
poot:
poea:t (L382p Montfort),
tam:
taam (L382p Montfort),
wild:
wìltj (L382p Montfort)
|
buik, ook lijf v dieren || das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || poot ve dier || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)]
III-4-2
|
23676 |
retraitant |
iemens die op retraite (fr.) is:
emes dae op retraet is (L382p Montfort),
retraitant:
retraitant (L382p Montfort)
|
Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retraet (L382p Montfort),
retraite (L382p Montfort)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retraethoes (L382p Montfort),
retraitehoes (L382p Montfort)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18085 |
reumatiek |
reumatiek:
rimmetiek (L382p Montfort),
rummətiek (L382p Montfort)
|
Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|