e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reseda reseda: eigen spelling  rézedaa (Montfort, ... ), theebloem: WLD  thee bloom (Montfort, ... ) [N 92 (1982)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)] I-7, III-4-3
rest in het glas klats: klats (Montfort, ... ), klatsj (Montfort), klatsje: kletskə (Montfort) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant insecten wijfje: wiefke (Montfort) meikever, wijfje [DC 18 (1950)] III-4-2
restant vissen fuik: foek (Montfort), net: net (Montfort), nìt (Montfort), snoek: schnook (Montfort), snoek (mv.): schnùk (Montfort) fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] III-4-2
restant vogels bruintje: witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)  bruuntje (Montfort), duikelaar: brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)  duikelair (Montfort), krak: krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)  krak (Montfort), kroonkop: krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)  kroankop (Montfort), mannetje: maenkə (Montfort), musmannetje: musmenke (Montfort), muswijf: muswief (Montfort), vliegen: vlijge (Montfort), vrouwtje: vruikə (Montfort) brilduiker [N 83 (1981)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)] || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)] III-4-1
restant zoogdieren das: das (Montfort, ... ), dasse (Montfort), pens: pe:ns (Montfort), poot: poea:t (Montfort), tam: taam (Montfort), wild: wìltj (Montfort) buik, ook lijf v dieren || das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || poot ve dier || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)] III-4-2
retraitant iemens die op retraite (fr.) is: emes dae op retraet is (Montfort), retraitant: retraitant (Montfort) Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)] III-3-3
retraite retraite (fr.): retraet (Montfort), retraite (Montfort) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
retraitehuis retraitehuis: retraethoes (Montfort), retraitehoes (Montfort) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3
reumatiek reumatiek: rimmetiek (Montfort), rummətiek (Montfort) Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] III-1-2