e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt kleine bles: kleŋǝ blęs (Moresnet), struif: štruf (Moresnet) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bosje haren aan de bovenlip snuits: šnāu̯ts (Moresnet) Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24] I-9
bot bot: boͅt (Moresnet) bot (niet scherp) [ZND 32 (1939)] III-2-1
boterham boterham: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  boterram (Moresnet) boterham [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham (kinderwoord) trammetje: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  tramke (Moresnet) Zijn er kinderwoorden voor boterham? [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterhamworst schinkenworst: še͂.ŋkəwo͂ͅə.s (Moresnet) hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
bouwland land: lā.nt (Moresnet), veld: vē̜.lt (Moresnet) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bovenbeen overbeen: ø̜̄vǝrbē (Moresnet) Zie afbeelding 2.21. [N 8, 32.3] I-9
bovendeel van de rug nek: na.k (Moresnet), obən na.k drā:jə (Moresnet), obən na.k se.tə (Moresnet), schouders (mv.): o.bən šo.w.ər ze.tə (Moresnet) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] || rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-1
bovenlip bovenlip: bōͅ:vəle.p (Moresnet) bovenlip [N 10b (1961)] III-1-1