e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif (alg.) duif: doef (Munstergeleen) Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Munstergeleen) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duimeling duimeling: doemelink (Munstergeleen) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duits duits: Dutsch (Munstergeleen) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1
duivenhok duifhuis: duvǝs (Munstergeleen), duives: doeves (Munstergeleen), spijker: špīkǝrt (Munstergeleen), til: tel (Munstergeleen) (duiven)til [SGV (1914)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivin, vrouwelijke duif zij: zieje (Munstergeleen) wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig dol: dul (Munstergeleen) duizelig [SGV (1914)] III-1-2
duizendpoot duizendpoot: dōēzendpoät (Munstergeleen) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood schijfje: sjiefke (Munstergeleen) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne sjaal zijden sjaal: zieje sjaal (Munstergeleen) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3