e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen van koeien flater: flātǝr (Nederweert) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster waag: woag (Nederweert) unster (balans) [SGV (1914)] III-3-1
vaandel drapeau (fr.): drapoo (Nederweert) Vaandel van fanfare of harmonie. III-3-2
vaars vaars: vērs (Nederweert), vē̜rs (Nederweert), vē̜ǝrs (Nederweert) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schoteldoek: sxō.təldōk (Nederweert), schotelplag: sxō.təlplak (Nederweert), schotelslet: sxō.təlslɛt (Nederweert), slet: slet (Nederweert), slɛt (Nederweert), wasslet: wassleͅt (Nederweert), wasslɛt (Nederweert) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vademen (de/een) naald(e) vamen: ǝn nǭltj vēmǝ (Nederweert), door het oog van de/een naald(e) steken: dōr ǝt awx van ǝn nǭltj stē̜kǝ (Nederweert), invamen: env ̇ēmǝ (Nederweert), envē.mǝ (Nederweert), envē̜mǝ (Nederweert), vamen: vē.mǝ (Nederweert) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader oude: aoje (Nederweert), pap: pap (Nederweert), vader: vaâder (Nederweert) vader || vader (ongunstig) || vader, papa III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie schede: sxęi̯ (Nederweert), vazel: vāzǝl (Nederweert) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vallen vallen: valle (Nederweert) vallen [SGV (1914)] III-1-2
vals vals: vâls (Nederweert) gemeen III-1-4