20621 |
eten |
inslaan:
Rhone
insjlaon (L294p Neer)
|
voedsel; Hoe noemt U: Al wat tot voeding kan dienen, al wat men eet (kost, vreet, knibbel, inslag, mast, eten, eet, spijs, bik, aas, voedsel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
éétə (L294p Neer)
|
eten [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
etensketel:
ééteskéétel (L294p Neer)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
klatsen:
Syst. WBD
klatse (L294p Neer),
klatsjes:
Syst. WBD
klètskes (L294p Neer),
korstjes:
Syst WBD Van brood
kurstjes (L294p Neer),
kruimelen:
Syst. WBD
krūūmele (L294p Neer)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21574 |
etiquette - <onbeschaamd persoon> |
pappeer:
pappeer (L294p Neer)
|
zeer onbeschaamd, zeer brutaal [astrant, ekstrant, onbeschoft] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
28573 |
europees vuilbroed |
vuilbroed:
vulbrut (L294p Neer)
|
Zuurbroed. Ziekte veroorzaakt door bacillen. Deze ziekte tast het open broed aan. De meeste larven sterven er aan nog voordat zij het popstadium bereikt hebben. [N 63, 27]
II-6
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dubbele [eghaam]:
dø̜bǝlǝ(n) [eghaam] (L294p Neer),
warshout:
wē̜rshǫu̯t (L294p Neer)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
20172 |
familie |
familie:
femilie (L294p Neer)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
fomfaar (L294p Neer)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22431 |
feest |
feest:
faist (L294p Neer),
kermis?:
kermis (L294p Neer)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|