e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L367p plaats=Neerglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meidoorn doornheg: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  dɛrəkɛk (Neerglabbeek) haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] III-4-3
meikever meikever: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  mijkēͅvər (Neerglabbeek), mulder: mölder (Neerglabbeek) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meisje gors: nogal denigrerend  gòrs (Neerglabbeek), maagdje: afleiding van maagd  mèègdsje (Neerglabbeek), pul: pöl (Neerglabbeek), vrouwtje: vruiwke (Neerglabbeek), wicht: wècht (Neerglabbeek) een (niet noodzakelijk) kleinevrouw, als een jeugdig meisje || knap en flink meisje || meisje III-2-2
meisje met wie men verloofd is wicht: wècht (Neerglabbeek) verloofde of vriendin III-2-2
melden (kaartterm) melden: (zich laten horen)  ziX melde (Neerglabbeek) Melden. (in welke betekenis wordt dat woord gebruikt? Geef de uitdrukking waarin het voorkomt, b.v. bij het kaartspelen, enz.). [ZND 38 (1942)] III-3-2
melganzevoet smeel: smēl (Neerglabbeek) Chenopodium album L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op braakliggend land en bouwland, vooral bij sterke bemesting, en met name ook waar pulpkuilen gestaan hebben. Het heeft witte bloemtrosjes, die van juli tot de herfst bloeien, en bladeren die van boven dof en van onder wit-melig zijn. De hoogte varieert van 15 tot 120 cm. [JG 1a, 1b; A 60A, 83; monogr.] I-5
melk melk: męlk (Neerglabbeek), mɛ.lǝk (Neerglabbeek) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melkafromer afromer: ā.frou̯i̯mǝr (Neerglabbeek) De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.] I-11
melkdistel scheve: shijf (Neerglabbeek, ... ) [ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] I-7, III-4-3
melken melken: mɛ.lkǝ (Neerglabbeek), mɛlkǝ (Neerglabbeek) Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.] I-11