34167 |
verdroogde kalf |
versteend kalf:
vǝrstiǝnt kalǝf (L312p Neerpelt)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
23855 |
vereniging die de processiepaaltjes plaatst |
buurt:
burt (L312p Neerpelt)
|
De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (L312p Neerpelt)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
30735 |
verflaag |
couche:
kus (L312p Neerpelt),
laag:
lǭx (L312p Neerpelt),
laag verf:
lǭx ˲vɛrǝf (L312p Neerpelt)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
vervrommelen (L312p Neerpelt)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-niet:
vergeet-me-niet (L312p Neerpelt),
vergeet-me-nietje:
vergeet-mij-nietje (L312p Neerpelt),
vergètmənitjə (L312p Neerpelt)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
19597 |
vergiet |
zij:
zeiə (L312p Neerpelt)
|
vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
⁄opslon (L312p Neerpelt)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33465 |
verhoogd dakgedeelte boven een poort |
verhoog:
vǝrhȳx (L312p Neerpelt),
verhoogsel:
vǝrhyxsǝl (L312p Neerpelt)
|
Om de hoogte van een poort te vergroten kan men het dak erboven verhogen. De omvang van de dakverhoging kan van geval tot geval verschillen. De verhoging kan ook een apart zadeldak zijn, dwars op dat van de schuur of de stal. Zie ook afbeelding 22.b bij het lemma "terugwijkende dakrand" (4.2.1). [N 4A, 31]
I-6
|
34171 |
verkeerd liggen |
verkeerd zitten:
verkeerd zitten (L312p Neerpelt)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|