e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tolboom slagboom: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  sjlāāgbōōm (Nieuwenhagen) de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1
tolgaarder commies (<fr.): Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  kəmiēs (Nieuwenhagen) de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)] III-3-1
tollen draaien wie een dobbel: drīēənə wie innə dobbəl (Nieuwenhagen) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2
toneelspel spel: sjpɛl (Nieuwenhagen), voorstelling: vy(3)̄rsjteͅleŋ (Nieuwenhagen) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten zien: laotə zieë (Nieuwenhagen), zeigen (du.): tsēēgə (Nieuwenhagen) tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tong (Nieuwenhagen, ... ) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
tong van een schoen lipje: lĭpkə (Nieuwenhagen), tong: tŏng (Nieuwenhagen) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
toonbank teek: Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.  tēēk (Nieuwenhagen), toonbank: tōēënbánk (Nieuwenhagen) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: dr weerhaan (Nieuwenhagen), t hèèëntje vander tōēre (Nieuwenhagen), t toeëre-heëntje (Nieuwenhagen) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: de toeëresjpits (Nieuwenhagen), tōēresjpits (Nieuwenhagen) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3