e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

Gevonden: 1691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eikel eikappel: ii̯kapəls (Nieuwerkerken), eikel: iekel (Nieuwerkerken), ii̯kəls (Nieuwerkerken) eikel [ZND 34 (1940)] || eikels [RND] III-4-3
elastiek elastiek: elǝstek (Nieuwerkerken) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektriciteit elektriek: ellentrik (Nieuwerkerken) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektriekse tram: ellentriksen tram (Nieuwerkerken) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: Hieə zit in d⁄ellende (Nieuwerkerken), NIET ik ben , WEL ik zijn  ich zen zik van ellende (Nieuwerkerken) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
emmer emmer: imər (Nieuwerkerken, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
engel engel: innen eengel twie eengels (Nieuwerkerken) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: spekmoai (Nieuwerkerken) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkel enkel: einkel (Nieuwerkerken) hoe heet de naar binnen uitstekende knokkel van de voet? Bij het gaan slaan sommige mensen met hun hielen ertegen (Fr. cheville). [ZND 29 (1938)] III-1-1
enten greffelen: greffele (Nieuwerkerken), griffelen: grefələ (Nieuwerkerken) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7