18174 |
knellen, gezegd van schoenen |
pitsen:
pitse (P117p Nieuwerkerken)
|
die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)]
III-1-3
|
21058 |
kneuzen |
blutsen:
bletse (P117p Nieuwerkerken)
|
blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
17677 |
knie |
knie:
knè (P117p Nieuwerkerken),
knɛ: (P117p Nieuwerkerken)
|
knie [RND], [ZND 28 (1938)]
III-1-1
|
17678 |
knieholte |
vouw:
vaaə vanoer bieən (P117p Nieuwerkerken)
|
hoe heet men de knieboog, d.w.z. de plooi achter in het been op de hoogte van de knie ? [ZND 36 (1941)]
III-1-1
|
18874 |
kniezen |
grommelen:
hiə is altèid aont groemelə (P117p Nieuwerkerken)
|
Hij is altijd aan t kniezen (ontevreden, morren). [ZND 28 (1938)]
III-1-4
|
17920 |
knijpen |
pitsen:
pitse (P117p Nieuwerkerken),
nijpen wordt volgens de informant nooit gebruikt.
pitse (P117p Nieuwerkerken)
|
die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || iemand in de arm nijpen [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
22363 |
knikker |
kassendou:
Sub meë: kabas (Hasselt) - moï (Diepenbeek) - scheut (Beringen) - scheuit (Bocholt) - mao (Alken) - klits (Spouwen) - huif (Rijkhoven) - sjiethuif (Vlijtingen) - sjietaive (Munsterbilzen) - kassendouw (Nieuwerkerken) - kassendui (Sint-Truiden) - marmel (Maaseik).
kassendouw (P117p Nieuwerkerken),
klitsendou:
, /
klissendous (P117p Nieuwerkerken),
klitser:
, /
klitsers (P117p Nieuwerkerken)
|
/ [SND (2006)] || Knikker. || knikkers [SND (2006)]
III-3-2
|
17784 |
knipogen |
een oogje pitsen:
ieön uugske pitsen (P117p Nieuwerkerken)
|
knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)]
III-1-1
|
21001 |
knoflook |
bol look:
inne bol loeək (P117p Nieuwerkerken)
|
look [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33246 |
knollen uittrekken |
trekken:
trękǝ (P117p Nieuwerkerken)
|
In oktober worden de bieten geoogst. Vroeger werden ze met een riek uitgestoken, later met een speciaal stuk gereedschap, zie het lemma Bietenrooier. Het bleef zwaar werk. Het object van het werkwoord is steeds "knollen" zoals in het lemma Knolvoer, Rapen (Coll.). Vergelijk ook het lemma Aardappels Rooien. [N Q, 11a; monogr.; add. uit Goossens 1963, kaart 17]
I-5
|