e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbaard baardzeek: boardzeek (Nunhem) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbol krentenbroodje: krintebrêûdje (Nunhem) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: krintemik (Nunhem) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel kreukel: kraökel (Nunhem), vouw: vaog (Nunhem) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen kreuken: kraöke (Nunhem) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kreunen: kreune (Nunhem) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kerme (Nunhem) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
krib in de rivier bat: (werkw.: batten).  bat (Nunhem) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krielkip krielhoentje: krilhø̄nkǝ (Nunhem) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijsen krijsen: kriese (Nunhem) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1