e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getob; tobben gesukkel: gesukkel (Oirlo) het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Oirlo) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: getuge (Oirlo, ... ) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn getuigen: getuge (Oirlo) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuige zijn: [overgeheveld van lm. getuigenis, geen begrip getuigen in N 90, RK]  getuge zien (Oirlo), getuigen: getugen (Oirlo) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] || getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigenis getuigenis: getugenis (Oirlo) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
gevaarlijk gevaarlijk: gevaorlek (Oirlo) gevaarlijk III-1-4
gevallen engelen duivels: duvels (Oirlo), gevallen engelen: gevalle èngele (Oirlo) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  in de bak (Oirlo), cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  cachot (Oirlo), kot: Van Dale: kot, 4. gevangenis.  kot (Oirlo) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
gevel gevel: Enne schönne gevel hit ok plekke: er is niets volmaakt  gevel (Oirlo) gevel, voorkant van een huis III-2-1