e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ton, maat van 1000 liter ton: en tôn (Oirlo) de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)] III-4-4
tondeldoos tondeldoos: toontel-doës (Oirlo), toonteldoeës (Oirlo) tondeldoos || tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)] III-2-1
toneelspel spel: spel (Oirlo) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten kijken: laote kieke (Oirlo), tonen: tounen (Oirlo) tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tông (Oirlo) tong [N 10b (1961)] III-1-1
tong van een schoen tong: tông (Oirlo) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
tongenworst tongenworst: tòngewaorst (Oirlo) tongeworst III-2-3
toonbank toon: teun (Oirlo), toonbank: tounbank (Oirlo), toënbank (Oirlo) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: den haan van den tore (Oirlo) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: torespits (Oirlo) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3