21683 |
wbd: in trek |
een goede prijs doen:
de eier doen enne goeie pries (L216p Oirlo),
gaan:
de eier gaon wel dees waek (L216p Oirlo)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
d⁄r mit laote zitte! (L216p Oirlo)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21679 |
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld |
kwaad geld:
kwaodgaeld (L216p Oirlo)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
laten:
vur dèn pries wil ik ze ôn wel laote! (L216p Oirlo)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20542 |
wecken |
inmaken:
ienmake (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
wecken:
wekke (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo,
L216p Oirlo)
|
levensmiddelen in flesse/glazen potten sterilliseren d.m.v. koken en luchtdicht afsluiten || wecken || wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20435 |
weduwe |
weduwe:
wēduwe (L216p Oirlo),
wedvrouw:
wedvrow (L216p Oirlo),
weidvrouw (L216p Oirlo),
wedvrouwmens:
wedvrómmes (L216p Oirlo),
weeuw:
wew (L216p Oirlo)
|
weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
wedkerel:
wedkél (L216p Oirlo),
wedman:
wedman (L216p Oirlo),
weidman (L216p Oirlo),
weduwer:
wedewer (L216p Oirlo),
De benaming "weduw"komt niet in mnl. betekenis voor; wel in vrouwelijke vorm; zie bij WNT s.v. "weduwe - weduw....."; Vgl. echter ook WNT s.v. "weduwnaar"waarin ook de variant "weduwer"voorkomt!
wēduwer (L216p Oirlo),
weeuwaar:
O(ud) V(enraays wedewer
wewwer (L216p Oirlo)
|
weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
stof (L216p Oirlo)
|
stof (étoffe) [SGV (1914)]
III-1-3
|
23511 |
weekdienst |
gestichte mis:
gestichte mis (L216p Oirlo),
weekdienst:
waekdienst (L216p Oirlo)
|
Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21279 |
weelde |
overdaad:
ŏverdoad (L216p Oirlo)
|
weelde [SGV (1914)]
III-3-1
|