e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgeteld zijn gaan kalven: gaan kalven (Oirsbeek) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitgieten inschudden: insjöddə (Oirsbeek), uitschudden: oetsjöddə (Oirsbeek, ... ) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uitglijden uitlitsen: oetlitsje (Oirsbeek), uitschampen: oetsjampe (Oirsbeek), vallen: valle (Oirsbeek) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uithoren uithoren: oetheurə (Oirsbeek), uitvissen: oetvuschsche (Oirsbeek), uitvragen: ōētvraogə (Oirsbeek) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] || uitvorschen [SGV (1914)] III-3-1
uitleg uitleg: d⁄n ōētleg (Oirsbeek), oetlek (Oirsbeek) het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitleggen uitleggen: oetlekkə (Oirsbeek), oetléggə (Oirsbeek) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] III-3-1
uitnodigen noden: neuə (Oirsbeek), nūūə (Oirsbeek), uitnoden: oetnūūə (Oirsbeek) iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] III-3-1
uitschelden schelden: schelje (Oirsbeek, ... ), uitschelden: oetsjeljə (Oirsbeek), ōētsjellə (Oirsbeek), uitsliepen: Van Dale: uitsliepen, bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen sliep uit, sliep uit.  ōētsjlīēpə (Oirsbeek) iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)] || schelden [SGV (1914)] III-3-1
uitslaan uitslaan: ūtšlǭǝ (Oirsbeek) Een tekening maken op ware grootte van een kar- of wagenmodel of de onderdelen daarvan. Zie ook het lemma ɛwerktekeningɛ in de paragraaf over de meetwerktuigen, pag. 75.' [N G, 20a] II-12
uitslag onder de neus zweren: sjwéérə (Oirsbeek) Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)] III-1-2