24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
scheut (K315p Oostham)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loeepen (K315p Oostham),
loeipen (K315p Oostham),
lōēëpen (K315p Oostham),
luǝpǝn (K315p Oostham),
luəpən (K315p Oostham)
|
de jongens lopen op stelten (stok met voetplankje) [ZND 07 (1924)] || lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
22998 |
lot(je) van de loterij |
lot:
e lot (K315p Oostham)
|
Lot. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22400 |
loten |
loten:
lōten (K315p Oostham)
|
Loten. [Willems (1885)]
III-3-2
|
25217 |
luchtx |
lucht:
loecht (K315p Oostham, ...
K315p Oostham)
|
lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)]
III-4-4
|
19619 |
lucifer |
stekje:
steksken (K315p Oostham, ...
K315p Oostham,
K315p Oostham)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
18918 |
lui |
onnuttig:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
onnuttəg (K315p Oostham)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
mensen:
de minsen zen vandaog alle buiten aep et veld en aon ⁄t mee-ien (K315p Oostham),
mi͂nsn (K315p Oostham),
rèke mense (K315p Oostham)
|
De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
blaten:
ook materiaal znd 28, 53
bleeten (K315p Oostham),
krijten:
ook materiaal znd 28, 53
kreien (K315p Oostham),
schreeuwen:
ook materiaal znd 28, 53
sxrēuwən (K315p Oostham)
|
luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
23217 |
luiden |
luiden:
de klok luiən (K315p Oostham)
|
De klok luiden. [ZND 30 (1939)]
III-3-3
|