e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kopje koffietas: Vat már \'n koffietas uut de kas  koffietas (Oostrum), tas: Dreenkte \'n tas koffie mit de tas valt host van toffel: dreiging van een miskraam Ge vángt mieër maespels/vli‰ge mit \'n laepelke soeker as mit \'n tas eek: Met zachtheid bereikt men doorgaans meer dan met gestrengheid  tas (Oostrum), werkendaagse tas: waerkendágsetas (Oostrum, ... ) grote koffiekop || koffiekop || koffiepot die iedere dag gebruikt wordt || kop met oor III-2-1
koppig koppig: köppef (Oostrum), krangs: krángs (Oostrum), wars: wérs (Oostrum) koppig || koppig, dwars III-1-4
kopshout kopshout: kǫpshǭlt (Oostrum) Het vlak van een stuk hout dat de dwarsdoorsnede van de vezels vertoont. [N 50, 50a; monogr.] II-12
kopvoorn meun: vis  meun (Oostrum) kopvoorn III-4-2
korenbloem korenbloem: kōrǝblum (Oostrum), -  korenbloem (Oostrum), rogbloem: -  rogbloem (Oostrum), roggebloem: rogblum (Oostrum) Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)] I-5, III-4-3
korf korf: kø̜rǝf (Oostrum) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
kornoelje (alg.) knoereltje: eetbaar  knurretje (Oostrum), timpelteer: corneolum  tiepeltaer (Oostrum) bes vd kornoelje || kornoelje, vrucht III-4-3
korst broodkorst: De broeëdkaorste staeken m: het gaat hem te goed  broeëdkaorst (Oostrum) broodkorst III-2-3
korteling korteling: kǫrtǝleŋ (Oostrum) Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.] II-9
kotelet, ribstuk karbonade: kármenaaj (Oostrum), kotelet: kortelet (Oostrum), zie kortelet  kòttelet (Oostrum) carbonade met been || karbonade || kotelet III-2-3