e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevruchten treden: tręi̯ǝ (Opglabbeek) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voerhoek: vōrhōk (Opglabbeek) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen trippelen: trīəpələ (Opglabbeek) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewieroken bewieroken: bewierooke (Opglabbeek), wieroken: wierooke (Opglabbeek) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolking lucht: də loͅxt (Opglabbeek), wolken: de wolken  də wøͅyka (Opglabbeek) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht belopen lucht: beluipe loͅxt (Opglabbeek), betrokken lucht: betrokke (Opglabbeek), betrokke loͅxt (Opglabbeek), donkere lucht: doenker logt (Opglabbeek), ein doenker logt (Opglabbeek), overlopen lucht: iĕverluipe loͅxt (Opglabbeek), iĕverluipen (Opglabbeek), īverluipə loͅxt (Opglabbeek), ps. deels omgespeld volgens Frings.  īəvərluipə [loͅxt (Opglabbeek), sterk bewolkte lucht: sterk bewuikt (Opglabbeek, ... ) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezem bessem: bɛsǝm (Opglabbeek), bezem: beͅsəm (Opglabbeek), bɛsəm (Opglabbeek, ... ), Hèè kos de bessem ûtstèke, (omdat zijn vrouw hem had verlaten) ein bessem(e) stiêl is van börkehuit en eine heksebessem staat voor een abnormale dichte vertakking in een boomkruin(waarop de heksen tijdens hun luchtreis op een bezemsteel kunnen rusten)  bessem (Opglabbeek) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel bezemsteel: bɛsəmstīəl (Opglabbeek), Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar  bessemstiêl (Opglabbeek), bezemstek: bɛsəmstɛk (Opglabbeek), steel: stīəl (Opglabbeek) bezemsteel [RND] || de steel van een bezem, van een bloem [ZND 07 (1924)] III-2-1
bezig zijn aan de gang zijn: zeen anegan(g) met (Opglabbeek), bezig zijn: zeen bĕĭzig met (Opglabbeek), zeen bèzig met (Opglabbeek), zen bēͅzeͅx meͅt (Opglabbeek) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bezoek bezoek: bəzeek (Opglabbeek) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1