18586 |
bustehouder |
soutien (fr.):
sut`ēͅ (L416p Opglabbeek)
|
bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20223 |
buurman |
die hierneven:
des is van mien nonk, van mien muder, van dè hie-nève (L416p Opglabbeek),
gebuur:
gebuur (L416p Opglabbeek),
het is van miene Noonk, van mien Ma, van gebuur (L416p Opglabbeek),
nabuur:
noaber (L416p Opglabbeek),
nabuurmens:
nōͅbərmens (L416p Opglabbeek),
nâbbermins (L416p Opglabbeek)
|
buurman [ZND 17 (1935)], [ZND 22 (1936)], [ZND 44 (1946)] || Het is van mn oom, van mn moeder, van buurman [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
20241 |
buurt |
nabuur:
hēͅ ūyənt en də nōͅbər (L416p Opglabbeek),
hè wŭnt èn de nŏbber (L416p Opglabbeek)
|
Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21305 |
buurten |
uchteren:
echtərən (L416p Opglabbeek),
ichtərə (L416p Opglabbeek)
|
de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] || Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21304 |
buurvrouw |
nabuurvrouw:
nōͅbərvrø͂ͅ[u} (L416p Opglabbeek),
nôbbervrui (L416p Opglabbeek)
|
buurvrouw [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
18654 |
cape |
pelerine (<fr.):
pələrīn (L416p Opglabbeek)
|
cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18557 |
capuchon |
kap:
ka.p (L416p Opglabbeek),
kap (L416p Opglabbeek)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] || de capuchon [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18067 |
cariës |
rotte tanden:
rotte tan (L416p Opglabbeek)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, rotte tanden, cariës). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22678 |
castagnetten |
castagnetten:
kastanjette (L416p Opglabbeek)
|
De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
34373 |
castreermes |
scheermes:
šęrmęs (L416p Opglabbeek)
|
Instrument waarmee men castreert. Uit de opgaven blijkt dat dit instrument in de meeste gevallen een scheermes is. De informant van Q 208 (Vijlen) vermeldt dat het scheermes "vroeger" werd gebruikt. [N 76, 46]
I-12
|