17951 |
achteruitgaan |
achteruitgaan:
achteruitgoan (Q010p Opgrimbie),
wijken:
wieken (Q010p Opgrimbie)
|
achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)]
III-1-2
|
34584 |
achterwand |
stopsel:
stø.psǝl (Q010p Opgrimbie)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17781 |
adem |
adem:
ōͅ:jəm (Q010p Opgrimbie)
|
adem [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademen:
ich koš mēt ōͅjəmə (Q010p Opgrimbie),
ōͅ:jəmə (Q010p Opgrimbie)
|
ademen [ZND 01 (1922)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
də ōͅrə... (Q010p Opgrimbie),
ōͅ:r (Q010p Opgrimbie),
ən ōͅr ōpəsnejə (Q010p Opgrimbie)
|
ader [ZND 01 (1922)] || de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
19803 |
afdak |
schop:
šoͅp (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie,
Q010p Opgrimbie)
|
afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
21448 |
afdingen |
pingelen:
pae.ŋələ (Q010p Opgrimbie)
|
marchanderen [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
34247 |
afgeroomde melk |
afgelaten melk:
ā.fxǝlǭtǝ mę.lǝk (Q010p Opgrimbie),
afgeroomde melk:
ā.fxǝrøu̯mdǝ mę.lǝk (Q010p Opgrimbie),
botermelk:
bōtǝrmęlǝk (Q010p Opgrimbie),
fluitjesmelk:
flø̜tjǝsmɛlk (Q010p Opgrimbie),
machiensmelk:
mǝšinsmę.lǝk (Q010p Opgrimbie),
wei:
węi̯ (Q010p Opgrimbie)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
21429 |
afkijken |
afkijken:
aafkieke (Q010p Opgrimbie)
|
afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
34009 |
afladen |
afladen:
ā.flā.i̯ǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Wanneer de kar met de lading op de plaats van bestemming is aangekomen, wordt deze laatste afgeladen. Vergelijk voor het woordtype aftrekken ook het lemma Mest Van De Kar Aftrekken in WLD I, afl. 1, p. 11. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|