e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achteruitgaan achteruitgaan: achteruitgoan (Opgrimbie), wijken: wieken (Opgrimbie) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achterwand stopsel: stø.psǝl (Opgrimbie) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adem adem: ōͅ:jəm (Opgrimbie) adem [ZND 01 (1922)] III-1-1
ademen ademen: ich koš mēt ōͅjəmə (Opgrimbie), ōͅ:jəmə (Opgrimbie) ademen [ZND 01 (1922)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: də ōͅrə... (Opgrimbie), ōͅ:r (Opgrimbie), ən ōͅr ōpəsnejə (Opgrimbie) ader [ZND 01 (1922)] || de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
afdak schop: šoͅp (Opgrimbie, ... ) afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
afdingen pingelen: pae.ŋələ (Opgrimbie) marchanderen [ZND 01 (1922)] III-3-1
afgeroomde melk afgelaten melk: ā.fxǝlǭtǝ mę.lǝk (Opgrimbie), afgeroomde melk: ā.fxǝrøu̯mdǝ mę.lǝk (Opgrimbie), botermelk: bōtǝrmęlǝk (Opgrimbie), fluitjesmelk: flø̜tjǝsmɛlk (Opgrimbie), machiensmelk: mǝšinsmę.lǝk (Opgrimbie), wei: węi̯ (Opgrimbie) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afkijken afkijken: aafkieke (Opgrimbie) afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)] III-3-1
afladen afladen: ā.flā.i̯ǝ (Opgrimbie) Wanneer de kar met de lading op de plaats van bestemming is aangekomen, wordt deze laatste afgeladen. Vergelijk voor het woordtype aftrekken ook het lemma Mest Van De Kar Aftrekken in WLD I, afl. 1, p. 11. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10