19414 |
rook |
domp:
soms hoor men dimp In de kamer waas bekans niks miêr te zeen van de sigarendimp dòmpe: het opstijgen van rook zonder dat men vuur ziet
dòmp (L415p Opoeteren),
rook:
Doa is geine ruik zònder veer
ruik (L415p Opoeteren)
|
rook
III-2-1
|
20676 |
room |
room:
rou̯m (L415p Opoeteren),
ruim (L415p Opoeteren)
|
Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room
I-11, III-2-3
|
20084 |
roos (rosa) |
roos:
ruzə (L415p Opoeteren),
roosje:
dim.
riêske (L415p Opoeteren)
|
roos || rozen [RND]
III-2-1
|
20537 |
roosteren |
roosteren:
ruustere (L415p Opoeteren, ...
L415p Opoeteren)
|
gesneden brood roosteren || op een rooster braden
III-2-3
|
26668 |
rosmolen |
manège (fr.):
mǝnē.zi (L415p Opoeteren)
|
De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33534 |
rot, van fruit |
gemaaisteekt:
gemaaisteekt (L415p Opoeteren)
|
aangestoken, door rotting ontstioekn fruit
I-7
|
33583 |
rotten, van fruit |
schrimpen:
sjrimpe (L415p Opoeteren)
|
verschrompelen
I-7
|
20421 |
rouwbrief |
doodsbrief:
doetsbreef (L415p Opoeteren)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20446 |
rouwsluier |
voile:
vūūl (L415p Opoeteren)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
21330 |
royaal |
royaal (<fr.):
dat kleed is rejaal lang (volop)
rejaal (L415p Opoeteren),
hij heeft me rejaal betaald
rejaal (L415p Opoeteren)
|
Royaal: uitspraak en betekenis (mild, onbekrompen, volop, enz.). [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|