e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaai vlaai: Vlade (koek) en vlaeye: Gooj vlaai is dun van lèèr en dik van smiêr: een goed gevulde taart dient goed gevuld te zijn op een dunne onderlaag  vlaai (Opoeteren) platte en ronde taart III-2-3
vlaai met deegdeksel appelvlaai met dek: applevlaai met dêk (Opoeteren) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3
vlaai met puddingvulling pappevlaai: Gooj pappevlaai moet zeen: dun van lèèr en dik van smiêr  pappevlaai (Opoeteren), puddingenvlaai: Ich lösde waal èè stèkske poddinge vlaai  poddinge vlaai (Opoeteren) puddingtaart || puddingvlaai III-2-3
vlaaienvulling spijs: Iêrs hauw ze einen dèk gemaakt en doanoa diêj ze doa de appelspi-js op  spi-js (Opoeteren) taartvulsel III-2-3
vlaams vlaams: vlaoms (Opoeteren) vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1
vlaamse gaai markolf: merkef (Opoeteren, ... ), merkòf (Opoeteren), merkeg: møͅrkəx (Opoeteren) vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlas hagen hagen: hāgǝ (Opoeteren) Het op rijen zetten van vlas. In de twee Leuvense vragenlijsten is gevraagd naar het "hagen" van vlas of stenen (voor dit laatste zie aflevering II.8, lemma Hagen); wanneer is aangegeven dat de opgave op stenen betrekking heeft, is deze hier weggelaten. [L 1, a-m; L 26, 10] I-5
vlechten vlechten: vleͅxtə (Opoeteren) vlechten [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
vleermuis vleermuis: flèèrmûs (Opoeteren) vleermuis III-4-2
vleesmade, larve van de bromvlieg made: maai (Opoeteren, ... ) made [ZND 38 (1942)] III-4-2