e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
timmermansknecht knecht: knɛ̄xt (Ottersum) Timmerman die niet zelfstandig werkt, maar in dienst van een timmermansbaas, die hem daarvoor een uurloon uitbetaalt. [N 55, 173a] II-12
timmermanspotlood timmermanspotlood: temǝrmanspǫtlōt (Ottersum) Fors potlood met ovale doorsnede en brede, platte stift, dat door timmerlui wordt gebruikt om maten af te schrijven. Zie ook afb. 97. [N 53, 182a; monogr.] II-12
timmermansvak timmervak: temǝrvak (Ottersum) Het vak, de stiel van timmerman. [N 55, 171a-b] II-12
timmerwerk timmerwerk: temǝrwɛ̄rk (Ottersum) Het te timmeren houtwerk in een huis in zijn geheel. Tot het timmerwerk behoort onder meer het construeren van de kap, het plaatsen van kozijnen, ramen en deuren, het vervaardigen en plaatsen van trappen en het vervaardigen van de balk- en vloerlagen. [N 55, 181a] II-9
tochtig boks: boks (Ottersum, ... ), rams: rams (Ottersum), rits: rets (Ottersum), varrig: varex (Ottersum) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
tochtsponning tochtsponning: tǫxtsponeŋ (Ottersum) Extra sponning in de kozijnstijl om tochten te voorkomen. [N 55, 12a] II-9
toegangsweg naar het erf uitvaart: ytvǭrt (Ottersum), weg naar het gehucht: węx nǫ ǝt ˲gǝhø̜̄xt (Ottersum) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
togen togen: tǭgǝ (Ottersum) Een pen-en-gatverbinding bij elkaar trekken, om die daarna met behulp van houten nagels vast te zetten. Bij het togen worden eerst ten opzichte van elkaar iets verschoven gaten geboord in de pen en de ligger. Vervolgens wordt een ijzeren toognagel in het gat gedreven met als doel het gat groter te maken en de twee te verbinden delen naar elkaar toe te drijven. Tot slot wordt de ijzeren toognagel vervangen door een houten nagel. [N 54, 64a] II-12
toilet huisje: hy(3)̄skə (Ottersum), hyskə (Ottersum, ... ), schijthuis: sxithys (Ottersum) toilet, w.c. || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tong tong: toŋ (Ottersum) De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] II-9