24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bŭk (L314p Overpelt)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
te rijp:
te rīēp (L314p Overpelt)
|
beurs [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
trekken:
trɛkǝn (L314p Overpelt
[(van de spieren)]
)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
34498 |
bevruchten |
treden:
trē.n (L314p Overpelt)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerik:
vurek (L314p Overpelt)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
25107 |
bewolkte lucht |
betrokken lucht:
dɛ lucht is bɛtrokken, gəzit gensteͅrə (L314p Overpelt),
haakje onder de i van iz
də loxt iz bətroͅkə, gəzitgensteͅrə (L314p Overpelt),
bewolkte lucht:
də löxt es bewoͅlkt, Yə zit Yen steͅrən (L314p Overpelt),
overtrokken lucht:
tes ōͅvərtroͅkkən, Yə zit Yen steͅrən (L314p Overpelt)
|
Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|
18011 |
bewusteloos |
bedwelmd:
bedwelmt (L314p Overpelt),
van zijn sus:
van zenne sus (L314p Overpelt)
|
hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
18839 |
bezadigd |
bezadigd:
ook materiaal znd 21, 18
bezaodigden mĭĕnsch (L314p Overpelt)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛ.sǝm (L314p Overpelt),
bezem:
bēͅsəm (L314p Overpelt),
bɛasəm (L314p Overpelt, ...
L314p Overpelt),
bɛ̄səm (L314p Overpelt),
bɛ̝səm (L314p Overpelt),
borstel:
boͅrstəl (L314p Overpelt)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)], [ZND B1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L314p Overpelt)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|