19887 |
huurcontract |
pacht:
paXt (K357p Paal)
|
het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)]
III-3-1
|
19886 |
huurhuis |
gehuurd huis:
gehuerd huies (K357p Paal),
ou = eu
geheujerd hous (K357p Paal)
|
huurhuis [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
21333 |
huurpenning |
werdel:
WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.
wy(3)̄rəl (K357p Paal)
|
huurpenning (aan dienstboden gegeven) [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|
18941 |
iemand iets verwijten |
verwijten:
vərwētə (K357p Paal)
|
iemand verwijten [ZND B1 (1940sq)]
III-1-4
|
19291 |
iemand prijzen |
prijzen:
praizə (K357p Paal)
|
iemand prijzen of loven [ZND B1 (1940sq)]
III-1-4
|
19089 |
iemand uitschelden |
schelden:
op emant schelle (K357p Paal),
uitmaken:
emant ətmākə (K357p Paal),
ieman utmaken (K357p Paal),
iemand uitmaken (K357p Paal),
iemant uitmake (K357p Paal),
uitschijten:
iemant uitskijete (K357p Paal),
uitschijten (K357p Paal),
gemeen
ətschētə (K357p Paal)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-1-4
|
20444 |
iemands overlijden aanzeggen |
lijkbidden:
znd 32, 71;
lijekbijën (K357p Paal),
lèèkbeen (K357p Paal)
|
de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
21563 |
ijken |
pegelen:
pegelen (K357p Paal)
|
De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
17942 |
ijsberen |
murken:
mūrəkə (K357p Paal)
|
lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18639 |
ijsmuts |
muts:
møts (K357p Paal)
|
ijsmuts [N 25 (1964)]
III-1-3
|