22310 |
proppenschieter |
klots:
klots (K357p Paal),
ən klòts (K357p Paal)
|
Een klakkebus (buis uit vlierhout, waarmee proppen worden weggeschoten). [ZND B1 (1940sq)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
bewaarkast:
bəwōͅərkas (K357p Paal)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
20911 |
pruim |
pruim:
pruim (K357p Paal)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|
18926 |
prutsen |
frutselen:
frutsele (K357p Paal),
frutselen (K357p Paal),
prullen:
prulle (K357p Paal)
|
Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
geknoei:
wa geknoei (K357p Paal),
wat ə geknoei (K357p Paal),
smerig werk:
wat è smerig werk (K357p Paal),
voddenwerk:
wa voddewerrek (K357p Paal)
|
Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
20651 |
pudding |
crme:
Syst. IPA
krē̝ͅm (K357p Paal)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pajmstiǝn (K357p Paal)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
brobəls (K357p Paal),
pukkels:
pikəls (K357p Paal)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
pullover:
plo:vər (K357p Paal)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pønt (K357p Paal),
tip:
tøp (K357p Paal)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|