e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speeksel uitspuwen spijen: sjpejje (Panningen), sjpĕĕje (Panningen), sjpèje (Panningen) spuwen [SGV (1914)] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
speelkaart kaart: en kaah(R)t (Panningen) kaart [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speen van de koe deem: dēm (Panningen), mem: mɛm (Panningen) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: sjpek (Panningen) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spekhaak vleeshaak: vlɛjshø̜̄k (Panningen) De S-vormige haak waaraan vlees, spek enz. na het lossnijden uit het lijf worden opgehangen. [N 28, 112; monogr.] II-1
speklaag speklaag: špɛklǭx (Panningen) Band van natuursteen die in baksteenmetselwerk is aangebracht. Zie ook afb. 44 en het lemma 'Sierlaag'. In Q 111 noemde men een huis met speklagen een 'spekhuis' ('šp'khūs'). [N 31, 31c; monogr.] II-9
spekpannenkoek boekweitskoek: Syst. WBD  bógkeskoo:k (Panningen), spekkoek: Syst. WBD Klemtoon op laatste lettergreep  sjpekkoo:k (Panningen) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel (alg.) spel: en sjpEl (Panningen), sjpöl (Panningen) spel [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] III-3-2
speld speld: špɛ̄lt (Panningen) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelen (alg.) spelen: sjpeuhle (Panningen), speulen (Panningen), spöle (Panningen) Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] || spelen [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] III-3-2