e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trant de eigen loopt: den iejehen liept (liehjept) (Peer) Wijze van gaan (gank, loop, trant) [N 108 (2001)] III-1-2
trap trap: trap (Peer, ... ) trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
trapleuning leun: lēn (Peer) Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.] II-9
trappelen trampelen: in Peer zeggen ze trampelen  trampelen (Peer) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen) [N 108 (2001)] III-1-2
trechter trechter: treͅxtər (Peer) trechter [ZND 08 (1925)] III-2-1
trechter op de gierton zeiktrechter: [zeik]trɛxtǝr (Peer) In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
trede ijzer: ē̜i̯zǝr (Peer), trede: trē (Peer) De ijzeren opstapper die bij de huifkar aan een van de berries is opgehangen. Bij het rijtuig maakt de trede deel uit van de bak. [N 17, 39; N G, 59d; monogr.] I-13
trein trein: enen trein (Peer) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
treiteren plagen: iemand pleugen (Peer), treiteren: iemend traiteren (Peer) Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)] III-1-4
trek, eetlust goesting: goesting (Peer), honger: honger (Peer), smaak: smaak (Peer) hij heeft geen eetlust meer [ZND 34 (1940)] || hij heeft geen honger meer [ZND 44 (1946)] III-2-3