e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

Gevonden: 3663

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhoofd achterste van de kop: achterste vanne kop (Peer) Achterhoofd (achterkop, bol(les)). [N 109 (2001)] III-1-1
achterknie hak: hak (Peer) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achteruit hup-terug: hø̜p trix (Peer) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan achteruitgaan: achterougaon (Peer), achterout (Peer), teruggaan: lip terèg (Peer) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achterwand achterste schoft: axtǝrstǝ sxoft (Peer), schoft: sxǫft (Peer), schot: sxǫt (Peer) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
acoliet acoliet: acoliet (Peer), oudere misdienaar: ouwere mesdiener (Peer) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adem adem: ōijəm (Peer) adem [ZND 01u (1924)] III-1-1
ademen ademen: ich kon nie e`eniemen (Peer), ōijəmə (Peer) ademen [ZND 01u (1924)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: de ëeuren van ze veerhoeft (Peer), n ēēur opesnijen (Peer) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
advent advent (<lat.): advent (Peer) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3