e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve maan, laatste kwartier afgaande maan: ááfgaondje (Pey), gaande maan: gaondje maon (Pey) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
hand hand: handj (Pey, ... ) hand [DC 01 (1931)] III-1-1
handveger, stoffer borstel: bäöstel (Pey), handveger: handjvaeger (Pey), handjvaigər (Pey, ... ) het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met stugge haren [DC 15 (1947)] || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met zachte haren [DC 15 (1947)] III-2-1
handvol handvol: hampel (Pey) de hoeveelheid die men in een hand kan nemen [haffel, handvol, grap, grop] [N 91 (1982)] III-4-4
hangslot kluister: klōēster (Pey) hangslot [N 07 (1961)] III-2-1
hard schreeuwen hel schreeuwen: hèl sjreevə (Pey), hèl sjrievə (Pey) hard schreeuwen; je moet - - anders verstaat hij ons niet [DC 03 (1934)] III-3-1
hard, luid hel: hēl (Pey) hard (schreeuwen) [DC 38 (1964)] III-4-4
haring haring: hièring (Pey), hīĕring (Pey), héjèring (Pey) haring [DC 02 (1932)] III-2-3
hars hars: hars (Pey), wierook: wiérouk (Pey) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hazelaar hazenoot: -  essenoot (Pey), hazenotenstruik: -  essəno:tə-stroek (Pey) hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3