20357 |
tante |
tant:
tant (L381b Pey, ...
L381b Pey),
neen
taant (L381b Pey),
tant (L381b Pey, ...
L381b Pey)
|
tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24385 |
teek |
teek:
taik (L381b Pey)
|
teek [DC 30 (1958)]
III-4-2
|
17680 |
teen |
teen:
teen (L381b Pey),
tēn (L381b Pey)
|
teen (toon) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
tillefoon (L381b Pey)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
telefooncel:
tillefooncel (L381b Pey)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17632 |
tepel |
mem:
mĕm (L381b Pey),
tepel:
tēpəl (L381b Pey)
|
Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
III-1-1
|
25228 |
tocht, zuiging van lucht |
het trekt:
⁄t truktj (L381b Pey),
trek:
trëk (L381b Pey)
|
tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24255 |
tochtig |
paren:
omschrijvend ww.
pare (L381b Pey)
|
tochtig, verlangend naar de paring, gezegd van vogels (parig) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33592 |
toekruid, algemeen |
gekruid:
gekrúúje (L381b Pey)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
I-7
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
breer (L381b Pey),
slagboom:
slaagboum (L381b Pey)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|