e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dodenwake dodenwacht: doodewach (Posterholt) de dodewake [doeëdewach] [N 96D (1989)] III-2-2
doedelzak doedelzak: doedelzak (Posterholt) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doek doek: dook (Posterholt) doek [SGV (1914)] III-1-3
doel goal (eng.): Spr. g uit als in goed.  gool (Posterholt) Doel: in sport. III-3-2
doel bij verstoppertje spelen add. tellen: teille (Posterholt) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelloos friemelen spelen: sjpeele (Posterholt) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
doelman keeper (eng.): kieper (Posterholt) Doelman. III-3-2
doelpunt goal (eng.): Spr. g uit als in goed.  gool (Posterholt), Uitspr. g van goed.  gool (Posterholt) Doelpunt. || Goal. III-3-2
dof, gedempt van geluid dof: doef (Posterholt) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Posterholt) een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1