25055 |
armvol |
armvol:
(h)ɛlvər (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
hɛlvǝr (Q012p Rekem),
ɛrmvoͅl (Q012p Rekem)
|
armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || armvol (elver, speet, ervel) [ZND B1 (1940sq)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
21570 |
arresteren |
aanhouden:
de genderme hèbbe hm aangehaawen (Q012p Rekem),
pakken:
de politie heedt hun gepakt (Q012p Rekem)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21034 |
as |
as:
as (Q012p Rekem),
asch (Q012p Rekem),
assen:
assche (Q012p Rekem)
|
as [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
32672 |
asblok |
asbed:
as˱bɛt (Q012p Rekem),
asblok:
as˱blǫk (Q012p Rekem)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
asgōndəch (Q012p Rekem),
assegoendag:
asəgōndəch (Q012p Rekem),
assegoensdag:
asəgōnsdech (Q012p Rekem)
|
Aswoensdag. [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
21137 |
auto |
auto:
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
otto (Q012p Rekem)
|
auto
III-3-1
|
22370 |
autoped |
trottinette (fr.):
trottenet (Q012p Rekem),
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
trottinette (Q012p Rekem)
|
Autoped. || het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
31935 |
avegaar |
draaiboor:
drɛjbǭr (Q012p Rekem),
grote boor:
grōǝtǝ bǭr (Q012p Rekem)
|
Grote handboor met schroef- of lepelvormig uitlopend boorijzer dat met een dwarsstang wordt rondgedraaid en dient om zeer diepe en/of wijde gaten te boren. Zie ook afb. 79 en 80. De avegaar wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de naven van karwielen mee uit, terwijl de klompenmaker de avegaar gebruikt om er aan de binnenkant van klompen hout mee weg te halen. Dit lemma bevat alleen algemene benamingen voor de avegaar (onder A), de schroefavegaar (onder B) en de lepelavegaar (onder C). Specifieke uitvoeringen van de avegaar zoals die bijvoorbeeld door de kuiper, de klompenmaker en de wagenmaker worden gebruikt, worden behandeld in de paragrafen over de terminologie van deze beroepen. Vgl. voor het woordtype never, dat werd opgegeven door respondenten uit Swalmen, Geulle en Valkenburg (L 331, Q 18, Q 101) ook het Limburgs Idioticon, pag. 176, s.v. never, ø̄Kruisboor. Geh. Kempenlandø̄ en voor het woordtype borendrouw uit Eupen (Q 284) RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄. Met de lepelavegaar werken werd in Hasselt (Q 2) uitbuikeren (ø̜̄ǝt˱bø̜̄.kǝrǝ) genoemd. [N G, 32a; N 53, 167a-c; L 32, 35; A 32, 8; monogr.]
II-12
|
25073 |
averechts, achterstevoren |
rats mis:
ratš mis (Q012p Rekem)
|
verkeerd, averechts (verhard, keeraats) [ZND B2 (1940sq)]
III-4-4
|
20582 |
avondmaal |
avondbrood:
ōͅmbruət (Q012p Rekem),
ōͅvəndbruət (Q012p Rekem),
uit grootmoeders-tijd
ōͅmbruət (Q012p Rekem),
avondeten:
oavond êêətə (Q012p Rekem),
ōͅvənd ēͅtə (Q012p Rekem),
ōͅvəndɛtə (Q012p Rekem),
eten:
èten (Q012p Rekem)
|
de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|