e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een dier jong: joŋk (Rekem), jǫŋk (Rekem), j‧oŋk (Rekem) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong ve dier [ZND 01 (1922)] I-11, III-4-2
jong van een rund kalf: kalf (Rekem) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Rekem), baggen (mv.): bage (Rekem), bakǝ (Rekem), baqǝ (Rekem), bagje: bɛkskǝ (Rekem) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: joŋ gau̯s (Rekem) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Rekem) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Rekem, ... ), joong (Rekem, ... ), jòng (Rekem), jóng (Rekem) jongen [ZND 11 (1925)] || jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: de leefste (Rekem), vrijer: vri-jer (Rekem) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] III-2-2
jongensblouse windbloes: weͅintblus (Rekem) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongenshemd hemd: Hemd.  humme (Rekem) Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)] III-1-3
jood jood: jøt (Rekem, ... ), ənə jot, twiə jodə (Rekem, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] || jood [ZND 01 (1922)] || Jood. [ZND 01 (1922)] III-3-1, III-3-3