| 27821 |
boorplatform |
boorstelling:
boorstelling (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zolder])
|
Een op schragen gesteld platform dat het mogelijk maakt hoog gelegen boorgaten te maken. [N 95, 816]
II-5
|
| 27820 |
boorzuil |
boorknecht:
boorknecht (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Domaniale])
|
Bij het boren gebruikt statief voor de boorhamer. Wanneer er perslucht in wordt toegelaten, zorgt de boorzuil niet alleen voor ondersteuning van de boorhamer, maar ook voor de boordruk. [N 95, 810; monogr.]
II-5
|
| 21178 |
boot(je) |
boot(je):
buitsje (Q012p Rekem),
buutsje (Q012p Rekem),
byətšə (Q012p Rekem),
pontje:
pontšə (Q012p Rekem),
puntje (Q012p Rekem),
pyntsje (Q012p Rekem),
ə pøntjə (Q012p Rekem)
|
een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)], [ZND B1 (1940sq)]
III-3-1
|
| 19600 |
bord |
telloor:
tlø̄r (Q012p Rekem),
təlør (Q012p Rekem)
|
bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] || bord (bij het eten) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
| 18785 |
borduren |
borduren:
bòrdūūrə (Q012p Rekem)
|
Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)]
III-1-3
|
| 21302 |
borg |
borg:
børəx (Q012p Rekem)
|
borg [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
| 21594 |
borg blijven |
borg blijven:
burg blieven veur emens (Q012p Rekem)
|
Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
| 20563 |
borrel |
borrel:
bòrrəl (Q012p Rekem),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
borrel (Q012p Rekem),
borreltje:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
burrelke (Q012p Rekem),
drupje:
drōpkə (Q012p Rekem)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] || druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
| 24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
bobələ (Q012p Rekem),
brobbelen:
brobələ (Q012p Rekem)
|
bobbelen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
| 26141 |
borst |
borst:
bǫrs (Q012p Rekem)
|
Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2]
I-9
|