19886 |
huurhuis |
huurhuis:
heurhoes (L299p Reuver),
huurhoes (L299p Reuver)
|
huurhuis [SGV (1914)]
III-2-1
|
21333 |
huurpenning |
huurpenning:
[beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]
huurpenning (L299p Reuver),
meepenning:
meejpenning (L299p Reuver)
|
het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] || huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
trouw (L299p Reuver)
|
huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
de reupe (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
de rope (L299p Reuver)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23516 |
huwelijksmis |
bruidsmis:
broeêdsmis (L299p Reuver),
huwelijksmis:
huweliksmis (L299p Reuver)
|
De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hiepəteek (L299p Reuver),
hypotheek (L299p Reuver)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21216 |
identiteitskaart |
identiteitsbewijs:
identiteitsbewies (L299p Reuver)
|
de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21793 |
iemand graag mogen |
goed hebben:
goot höbbə (L299p Reuver),
goed kunnen lijden:
good kenne lieje (L299p Reuver),
goed lijden:
goot līējə (L299p Reuver)
|
iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19296 |
iemand hinderen |
afhouden:
āāfháájə (L299p Reuver),
hinderen:
hinjere (L299p Reuver),
ophouden:
ophaaje (L299p Reuver),
opháájə (L299p Reuver),
storen:
sjteurə (L299p Reuver),
verhinderen:
verhinjere (L299p Reuver)
|
iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19232 |
iemand iets op het hart drukken |
de wacht aanzeggen:
de wach aanzekke (L299p Reuver),
wág aanzègkə (L299p Reuver)
|
iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|