31761 |
raam van de spanzaag |
spanraam:
španrām (L299p Reuver)
|
Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.]
II-12
|
33575 |
raapstelen |
steelmos:
?
sjteelmoos (L299p Reuver),
WBD / WLD
sjteelmoos (L299p Reuver)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (L299p Reuver),
râr (L299p Reuver),
vreemd:
vrêmd (L299p Reuver)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
bazelen:
bazele (L299p Reuver),
lullen:
lulle (L299p Reuver),
prazelen:
Van Dale: prazelen, (gew.) 1. bazelen, babbelen.
prāāzələ (L299p Reuver),
wauwelen:
wauwele (L299p Reuver),
wouwələ (L299p Reuver),
wazelen:
wáázələ (L299p Reuver)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
rǭt (L299p Reuver)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
raoje (L299p Reuver),
roajen (L299p Reuver)
|
raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-2
|
21209 |
radio |
radio:
radio (L299p Reuver)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18167 |
rafel |
rafel:
reifel (L299p Reuver),
refel:
ręjfǝl (L299p Reuver)
|
Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW]
II-7, III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
raofele (L299p Reuver),
reifelt (L299p Reuver),
roafelen (L299p Reuver),
rǭfǝlǝ (L299p Reuver),
refelen:
ręjfǝlǝ (L299p Reuver),
uitrafelen:
oet-raofele (L299p Reuver),
uitrefelen:
ūtręjfǝlǝ (L299p Reuver)
|
aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenveger:
sjpinnevaeger (L299p Reuver)
|
ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|