e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaal kwaal: kwōal (Rimburg) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwartel kwartel: kwattel (Rimburg, ... ) kwartel [SGV (1914)] || kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)] III-4-1
kweepeer kweet: mv. kwîêtte  kwiet (Rimburg) kwee [SGV (1914)] I-7
kwellen kwellen: kwäle (Rimburg) kwellen [SGV (1914)] III-3-1
laag grond laag: loag (Rimburg) laag (znw.) [SGV (1914)] III-4-4
laaggelegen weidegrond broek: brox (Rimburg) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap laagte: lięgdǝ (Rimburg) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars tot of boven de knie laars: laars (Rimburg), stevel: [Vgl. Du. Stiefel]  stieffele (Rimburg) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] III-1-3
lam lam: lamp (Rimburg), lammetje: lɛmkǝ (Rimburg), schaapje: šøǝpkǝ (Rimburg) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lampenpit wiek: wek (Rimburg) lampepit [SGV (1914)] III-2-1