17983 |
kwaal |
kwaal:
kwōal (Q117b Rimburg)
|
kwaal [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
24201 |
kwartel |
kwartel:
kwattel (Q117b Rimburg, ...
Q117b Rimburg)
|
kwartel [SGV (1914)] || kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33552 |
kweepeer |
kweet:
mv. kwîêtte
kwiet (Q117b Rimburg)
|
kwee [SGV (1914)]
I-7
|
21344 |
kwellen |
kwellen:
kwäle (Q117b Rimburg)
|
kwellen [SGV (1914)]
III-3-1
|
24925 |
laag grond |
laag:
loag (Q117b Rimburg)
|
laag (znw.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
33659 |
laaggelegen weidegrond |
broek:
brox (Q117b Rimburg)
|
Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.]
I-8
|
33699 |
laagte in het landschap |
laagte:
lięgdǝ (Q117b Rimburg)
|
Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20]
I-8
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
laars:
laars (Q117b Rimburg),
stevel:
[Vgl. Du. Stiefel]
stieffele (Q117b Rimburg)
|
Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
lamp (Q117b Rimburg),
lammetje:
lɛmkǝ (Q117b Rimburg),
schaapje:
šøǝpkǝ (Q117b Rimburg)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|
19485 |
lampenpit |
wiek:
wek (Q117b Rimburg)
|
lampepit [SGV (1914)]
III-2-1
|