e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loteren, los zitten lodderen: lòddərə (Roermond), rammelen: rammele (Roermond) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: lōgbaalón (Roermond), luchballon (Roermond) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel in water bubbel: (bug)bél (Roermond), luchtbel: lochbel (Roermond) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtpijpen luchtpijpen: lochpiep (Roermond), lochpiepe (Roermond, ... ) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: loch (Roermond), lōch (Roermond, ... ), luch (Roermond), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  loch (Roermond), luch (Roermond), lyxt (Roermond), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld! ps. boven de ø staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  lŏch (Roermond) lucht [DC 03 (1934)] III-4-4
lucifer zwegeltje: sjwaigelke (Roermond), sjwêgelke (Roermond), Ei sjwaegelke aansjtaeke E deuske sjwaegelkes  sjwaegelke (Roermond) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer III-2-1
lui lui: lui (Roermond), luij (Roermond, ... ), luije (Roermond) lui || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)] III-1-4
lui (lieden) lui: lūūj (Roermond), lyj (Roermond), mensen: minsə (Roermond) lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luid schreien beuken: bēūke (Roermond), kwaken: kwae:ke (Roermond) huilerig schreeuwen of roepen || zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)] III-1-4
luiden luiden: loeje (Roermond, ... ) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3