20452 |
onkuis |
onzuiver:
onzuuver (L329p Roermond),
scherp:
sjerp (L329p Roermond),
wulps:
wulps (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
onkuis, onzuiver, ontuchtig [N 96D (1989)] || onkuis; tot wellust neigend, onzedig [onkuis, wulps, ontuchtig] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23974 |
onkuisaard |
smeerlap:
sjmeerlap (L329p Roermond)
|
Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23973 |
onkuisheid |
beesterij:
beesteriej (L329p Roermond)
|
Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18990 |
onnozel |
ezelachtig:
aizelechtig (L329p Roermond),
onnozel:
ónneu:zel (L329p Roermond),
stom:
sjtom (L329p Roermond)
|
iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] || onnozel || zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19267 |
onnozel persoon |
bleue, een -:
bleute (L329p Roermond),
hoofd:
ei hùt (L329p Roermond),
onnozele:
onneuzele (L329p Roermond),
stommerik:
sjtommerik (L329p Roermond),
sjtōmmərik (L329p Roermond),
stultus (lat.):
sjtöltes is een oud woord, stammend uit het lat. stultus = dwaas
sjtöltes (L329p Roermond),
stumperd:
stumpərt (L329p Roermond),
sufferd:
sufferd (L329p Roermond),
uilskuiken:
uulskuukə (L329p Roermond),
zebedeus:
subədeius (L329p Roermond),
zebedeijes (L329p Roermond)
|
dwaas, halve garen || een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] || zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22316 |
onnozele-kinderendag |
allerkinderen:
alder kienjer (L329p Roermond),
Alderkienjer (L329p Roermond),
alderkienjer (L329p Roermond),
Allerkienjer (L329p Roermond),
allerkienjer (L329p Roermond),
Allerkienjer (L329p Roermond),
allerkienjer (L329p Roermond),
allerkienjere (L329p Roermond),
onnozele-kinderen:
onneuzel kienjer (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
onneuzele kienjer (L329p Roermond),
ónneuzel kienjer (L329p Roermond)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || De dag waarop de kinderen zich als vader en moeder verkleden (28 december) [oudvaaierkensdag, vaderkensdag, alderkinderen, onnozele kinderen]. [N 88 (1982)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
greun (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
LDB
greun (L329p Roermond),
WBD-WLD
greun (L329p Roermond),
niet rijp:
neet riep (L329p Roermond)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
greun (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
LDB
greun (L329p Roermond),
WBD-WLD
greun (L329p Roermond),
niet rijp:
neet riep (L329p Roermond)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
I-7
|
19278 |
onrustig |
onrustig:
onröstig (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
geen rust hebben [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19279 |
onrustig persoon |
wremel:
cf. WNT XXV, kol. 1260, s.v. wemelen 1) B. ongedurig heen en weer bewegen; niet stil kunnen zitten
wirmel (L329p Roermond)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|