e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: raoje (Roermond, ... ), raojen (Roermond, ... ) raden [N 07 (1961)] III-1-4, III-3-2
radijs radijs: redīē:s (Roermond) radijs I-7
radio radio: raadioo (Roermond), radio (Roermond) een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)] III-3-1
rafel franjel: fraanjel (Roermond), rafel: ruffel (Roermond) b) rafel || rafel III-1-3
rafelen rafelen: raafələ (Roermond), raofele (Roermond), ruffele (Roermond, ... ) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen III-1-3
ragebol luiwagen: Haol mich ins de luijwage det ich det spinnegewaef aafdoon  luijwage (Roermond), ragebol: Veldeke  rageból (Roermond), waat zit dao e spinnegewaef, haol mich ins de rageból Waat höbs dich \'ne rageból, gank dich ins keime  rageból (Roermond), spinnenjager: spinnejaeger (Roermond), Mit de spinnejaeger höbs-te gein traplèdder neudig  sjpinnejaeger (Roermond), ragebol  sjpinnejaiger (Roermond) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || luiwagen || raagbol || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails rails (<eng.): rails (Roermond), rils (Roermond), rīls (Roermond) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen poetsen: putsə (Roermond), wassen: wasə (Roermond) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammeleer (Roermond, ... ), raməlēr (Roermond), re:mmelee:r (Roermond), ne Zilvere rammeleer; t remmelke is oet de weeg gevalle.  ra:mmelee:r (Roermond), rammeltje: [Verkl]. ne Zilvere rammeleer; t remmelke is oet de weeg gevalle.  remmelke (Roermond) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje: rammelaar || Rammelaar. III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Roermond), ràmmələ (Roermond) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4