e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor de kip hoen: hōn (Roermond), kip, kip, kip: kip, kip, kip (Roermond), pul: pø̜l (Roermond), tiet, tiet: tit, tit (Roermond), tiet, tiet, tiet: tīt, tīt, tīt (Roermond) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor een big bagje: bɛxskǝ (Roermond), kuusje: kyškǝ (Roermond), varkentje: vɛrkskǝ (Roermond) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken kuikje: kykskǝ (Roermond), piet, piet: pit, pit (Roermond), tiet, tiet: tīt, tīt (Roermond) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus: kyš (Roermond), kuus, kuus, kuus: kyš, kyš, kyš (Roermond), varken: vɛrkǝ (Roermond) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roepen hel roepen: hel rope (Roermond), roepen: roope (Roermond), schreeuwen: sjreewə (Roermond) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roepen van de hengst naar de aankomende merrie hummelen: hømǝlǝ (Roermond) Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c] I-9
roeper afslager: aafsjlaeger (Roermond), uitroeper: oetroper (Roermond), Opm. de oe is lang.  oetreuper (Roermond) afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)] III-3-1
roeping roeping: roping (Roermond) Roeping. [N 96D (1989)] III-3-3
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Roermond) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit geit: gęi̯t (Roermond) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12