e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rouwsluier rouwsluier: rouwsjluier (Roermond) een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] III-2-2
rouwsluier aan een hoed falie: falie (Roermond), rouwsluier: de rouwsjluier (Roermond), sluier: sjlöjjer (Roermond), voile: faol (Roermond) rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)] III-2-2
roven roven: rǫwvǝ (Roermond) Het nemen van honing door bijen bij andere volken. Bepaalde bijen zijn roofziek van aard en zij proberen honing te bemachtigen overal waar ze die kunnen aantreffen. De aangevallenen proberen de woning wel te verdedigen maar lang niet altijd lukt dat. Overwinnen de rovers, dan wordt heel de korf of kast leeggedragen. Roven kan leiden tot veldslagen tussen bijenvolken, waarbij niet veel bijen overleven. [N 63, 67a; N 63, 67b; Ge 37, 95] II-6
royaal royaal (<fr.): rejaal (Roermond), rəjáál (Roermond) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
rozenbottel hanenkul: hanekölle (Roermond), timpelteer: tepeltère (Roermond) rozebottel III-4-3
rozenhoedje rozenkrans: rozekrans baeje (Roermond) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans rozenkrans: rozekrans (Roermond) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: rozekransmaondj (Roermond) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn krent: LDB  krint (Roermond), WBD-WLD  krint (Roermond), rozijn: rezien (Roermond, ... ), rozien (Roermond), LDB  rozien (Roermond), WBD-WLD  rozīēn (Roermond) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rozijnenbrood krentenmik: krentemik (Roermond), krentenmikje: krintemikske (Roermond) wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3