e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
telen, verbouwen kweken: kwēkǝ (Roermond) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) belazerd: bəlaazərt (Roermond), beteuterd: beteuterd (Roermond), sneu: sjneu (Roermond), sneu (Roermond) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4
teleurstellen tegenvallen: taegevalle (Roermond), taigevalle (Roermond) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten doop houden ten doop houden: ten duip haaje (Roermond) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen afkomen: ps. invuller schrijft: antwoord net als bij vraag 249, maar volgens mij bedoelt hij vraag 349 (gezien de vraagstelling).  aafkōmə (Roermond), afmaken: aafmake (Roermond, ... ), klaarkomen: ps. invuller schrijft: antwoord net als bij vraag 249, maar volgens mij bedoelt hij vraag 349 (gezien de vraagstelling).  klaorkōmə (Roermond) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten volle bediend zijn ten volle bediend zijn: ten volle bedeend zeen (Roermond) Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)] III-3-3
tepel deem: dē̜m (Roermond), kers: keersen (Roermond) borsttepels [N 10c (1961)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] I-9, III-1-1
tepel, tet mem: mɛm (Roermond), tiet: tit (Roermond) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
ter begrafenis gaan met de lijk gaan: mit de liek gaon (Roermond), naar de begrafenis gaan: nao de begrafenis gaon (Roermond), ter lijk gaan: ter liek gaon (Roermond) de begrafenis bijwonen || een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)] III-2-2
terugvliegen terugvliegen: tryk˲vlēgǝ (Roermond) Terugvliegen of terugslaan naar de korf, gezegd van de zwermende bijen. Dit doen de bijen, als blijkt dat de moer niet meegevlogen is. [N 63, 31c] II-6