e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vee houden houden: hǭi̯ǝn (Roermond) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veearts veeart: viārt (Roermond) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veel drinken buizen: bui:ze (Roermond, ... ), Hae had weer de gansen aovend zitte buize  bui:ze (Roermond), lampetten: lampette (Roermond), paven: pave (Roermond), zuipen: zoepe (Roermond, ... ), zōēpe (Roermond), zōēpə (Roermond), Den hóndj mót zoepe Zich zaat zoepe zoepe wiej ne ketter  zōēpe (Roermond) buizen || drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || veel drinken || zuipen [DC 35 (1963)] || zwaar drinken III-2-3
veel moeten betalen dokken: dōkke (Roermond), dòkkə (Roermond), onkosten (zn.): onköste (Roermond) veel kosten hebben, veel moeten betalen [brokken] [N 89 (1982)] III-3-1
veel te wijde broek flodderboks: flodderboks (Roermond), flodderbóks (Roermond, ... ), flódderbóks (Roermond) broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)] III-1-3
veelvraat barg: barg is het oudgerm. woord voor (gesneden)varken  berg (Roermond), zónne barg is neet te verzaedege  berg (Roermond), vreetbeer: vraetbaer (Roermond), vreetbeest: vraitbees (Roermond), vreetzak: vrèètzak (Roermond), vréétzak (Roermond), vréétzák (Roermond), vregelaar: vreujelee:r (Roermond), vreujelaar: vreujelee:r (Roermond) gulzig iemand || gulzigaard || veelvraat || veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3
veenachtig, moerassig, laaggelegen land zomp: zomp (Roermond) Naast de enquêtevragen I, 4 ("Hoe noemt men een moerassige wildernis met struikgewas en bomen?") en II, 9 ("Hoe noemt men veenachtig, moerassig land?") zijn in dit lemma ook verwerkt de opgaven van N 27, 20 (Hoe noemt men een moeras, de natte, weke grond zonder behoorlijke afwatering?") en monografische gegevens. Uit dergelijk moerasachtig, laaggelegen land wordt de tussenturf gewonnen. De opgaven suggereren wellicht dat in al de genoemde plaatsen tussenturf werd gestoken. Dat is zeker niet het geval geweest. De mogelijkheid tot het steken van deze turf was daar wel aanwezig. Vergelijk dit lemma met het lemma ''veen, moergrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond''. De bronnenopgave is daar echter anders. [I, 4; II, 9; N 27, 20; monogr.] II-4
veer pen: pe:n (Roermond), pluim: pluum (Roermond, ... ), veer: baere (Roermond), vae:r (Roermond, ... ), bijv. pau:vae:r  vae:r (Roermond), veertje: dim.mv.  vaerkes (Roermond, ... ) veer || veer, pen, pluim || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)] III-4-1
veerpasser verstelbare krompasser: vǝrštęlbārǝ krompasǝr (Roermond), verstelbare steekpasser: vǝrštęlbārǝ štē̜kpasǝr (Roermond) In het algemeen een passer waarvan de benen door een stalen veer met elkaar verbonden zijn. Tussen beide benen, die recht of krom kunnen zijn uitgevoerd, is een stelschroef aangebracht. Er bestaan ook veerpassers waarbij beide benen met een veer en een scharnier met elkaar verbonden zijn. Zie ook de lemmata "steekpasser" en "krompasser" en afb. 81. [N 33, 252g; N 66, 1b] II-11
veerpont veer: vair (Roermond), véér (Roermond) het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] III-3-1