e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarsen aansteken aansteken: aansjtaeke (Roermond) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven doven: douve (Roermond) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarten couperen afheffen: āfhøͅfə (Roermond), afkampen: Vero. Doe mós sjöddele en ich aafkampe.  aafkampe (Roermond), afrapen: aafrape (Roermond), heffen: høͅfə (Roermond, ... ), kappen: kapə (Roermond) Aafkampe*: couperen (kaartspel). || Afrapen: 1. kaarten van de stok nemen. || Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten ronddelen geven: gaeve (Roermond), gaive (Roermond), gēͅvə (Roermond) De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten schudden schuddelen: sjøͅdələ (Roermond), schudden: sjudde (Roermond), stuikelen: sjoekele (Roermond) Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten steken stekelen: sjtaikele (Roermond), steken: sjtaeke (Roermond) De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kar wipt kippen: (de kar) kipt (Roermond) Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99] I-13
de kerkgang maken de kerkgang doen: kerkgangk doon (Roermond) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang uitzegenen uitzegenen: oetzaegene (Roermond) Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kim kappen uitsnijden: ūtšnijǝ (Roermond) Met behulp van een dissel een kim kappen. [N E, 33; N E, 32b] II-12