e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
panlatten daklatten: dǭklatǝ (Rosmeer) De horizontale latten waarop de dakpannen worden gelegd. De panlatten worden met hun breedste zijde op het dakbeschot of op de kepers gespijkerd. De onderste panlat dient groter in doorsnede te zijn. Er wordt daar dan ook meestal een dubbele panlat aangebracht of een panlat op zijn kant. Dit laatste werd in Q 121c 'een daklat hoogkant' ('eŋ dāxlats hūxkaŋk'), in L 385 en Q 15 een 'panlat op zijn hoge kant' (L 385: 'panlat ǫp ˲zǝnǝ hōgǝ kanjt'; Q 15: 'panlat ǫp ˲zǝn huǝgǝ k'njt') en in K 353 'een panlat op zijn kant' ('ǝn pánlát up ˲zønǝ kãnt') genoemd. Zie ook afb. 49p en 83a. [N F, 32a; N 54, 179; N 54, 180a; N 54, 180b; N 4A, 14b; monogr.] II-9
pannenlap kwezel: kwi̯eͅzəl (Rosmeer) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pantoffeltje slofje: (pantoffels), ook: slufkes (mv.), korte u van uur  slofkens (Rosmeer), mv., korte u van uur, ook: slofkens (pantoffels)  slufkes (Rosmeer) Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele [DC 60a (1985)] III-2-1
paraplu paraplu: ich heb mene pareplé in de stosie laten stwen (Rosmeer), perəplē (Rosmeer) paraplu [N 23 (1964)] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kēkskǝ (Rosmeer) [N 19, 40b] I-12
pastinaak pastenaken: bastenôke (Rosmeer) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
peen, wortel wortelen: wottele (Rosmeer) I-7
peetoom peter: piëtter (Rosmeer) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante paat: pôt (Rosmeer) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2
persen werken: werken (Rosmeer) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11