e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2181

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterdocht achterdenken: ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  āterdīnke (Rosmeer) achterdocht [ZND 01 (1922)] III-1-4
achterklauw vers: vi̯as (Rosmeer) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achternaafband reep: rē̜p (Rosmeer) De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11
achterschijf scheenplaat: še̜npló̜t (Rosmeer) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.] II-11
achterste achterste: ātste (Rosmeer) achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1
achterwand achterste hoofdbred: ātǝrstǝ hęi̯bręt (Rosmeer), hoofd: høt (Rosmeer), hɛi̯t (Rosmeer) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adem adem: ôiem (Rosmeer) adem [ZND 01 (1922)] III-1-1
ademen ademen: ôieme (Rosmeer) ademen [ZND 01 (1922)] III-1-1
ader ader: ôier (Rosmeer) ader [ZND 01 (1922)] III-1-1
afdak afdak: ōͅf˂dōͅk (Rosmeer, ... ) afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1