e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2181
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duiken duiken: in t woater doke (Rosmeer) In het water duiken. [ZND 33 (1940)] III-3-2
duimeling duimeling: doməleŋ (Rosmeer) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duits duits: Duits (Rosmeer) Duits [ZND 01 (1922)] III-3-1
duivin, vrouwelijke duif zij: zei (Rosmeer) duif, wijfje [ZND 01 (1922)] III-4-1
duizelig dol: duil (Rosmeer), duizelig: dŏzəlég (Rosmeer, ... ), kwalijk: kŭlk (Rosmeer) duizelig [ZND 01 (1922)] || hoe is of wordt iemand die bang is op een hoogte (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die lang heeft rondgedraaid (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
duizendschoon jonggezel: jonge gezellen, slechts in het mv.  jong gezellen (Rosmeer) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) [DC 60a (1985)] III-2-1
dunne melk magere (bijvgl. nmw.): mǫgǝrǝ (Rosmeer) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal sjaaltje: šaləkə (Rosmeer) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous kous: kawsə (Rosmeer) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
durven dorren: dāre (Rosmeer), hè heet dat nej dare duu (Rosmeer) durven [ZND 01 (1922)] || Hij heeft dat niet durven doen [ZND 46 (1946)] III-1-4